#Femicide

29 Sep

Er is een tijd van rust, voor jezelf zorgen en afstand nemen. En er is een tijd van de barricades op om je stem laten horen. Na bijna een half jaar mediastilte na mijn vertrek als Kamerlid, is hier daarom eindelijk weer een blog. Want, lieve lezers, er moet mij iets van het hart. En ik waarschuw jullie alvast: dit is geen vrolijk verhaal. Maar wel een verhaal dat verteld moet worden. (TW: femicide)

8 september 2021: een 34-jarige vrouw wordt op straat in Den Bosch op klaarlichte dag doodgestoken in het bijzijn van haar kindje. De verdachte? Haar 31-jarige ex. De NOS spreekt van een ‘conflict in de relationele sfeer’. Het Brabants Dagblad besteedde een artikel aan een uitgebreid profiel van de verdachte, waarbij een buurvrouw hem een ‘aardige gast, altijd vriendelijk en vrolijk’ noemde.

15 september 2021: het lichaam van een 56-jarige vrouw wordt aangetroffen in de kofferbak van een auto. Ze is door geweld om het leven gebracht. Dagblad Tubantia noemt het een ‘drama in de relationele sfeer’, niet veel later bekent de echtgenoot de dader te zijn.

26 september 2021: een 73-jarige vrouw wordt dood aangetroffen in haar huis in het Limburgse Grevenbicht. Volgens de NOS gaat de politie uit van een ‘motief in de relationele sfeer’. Haar echtgenoot wordt niet veel later aangehouden. De Limburger meldt dat hij al eerder is veroordeeld voor de moord op zijn toenmalige partner.

Zomaar drie berichten over femicide. In nog geen drie weken tijd. Femicide. De moord op een vrouw omdat ze vrouw is. Het CBS kwam deze week met nieuwe cijfers, waaruit bleek dat bij bijna 6 op de 10  vrouwen die werden vermoord, de vermoedelijk dader de (ex)partner was. Veelal in hun eigen woning vermoord met een steekwapen, door mishandeling of door wurging.

Dit soort berichten en dit soort cijfers maken mij niet alleen razend, maar zorgen er ook voor dat ik mij weer eens realiseer hoeveel geluk ik heb gehad. Ik had ook één van die statistieken kunnen zijn. Net als 1 op de 3 vrouwen kreeg ook ik te maken met geweld. Maar ik ben er nog. In tegenstelling tot Clarinda, Sandra, Tiny en alle andere dodelijke slachtoffers.

Ik deelde de cijfers van het CBS op LinkedIn, Instagram, Twitter en Facebook. En raad eens wat er gebeurde. Meteen meldden zich mannen die blijkbaar de behoefte voelden die cijfers te nuanceren. ‘Deze cijfers geven een iets te extreem beeld, ‘ aldus de een. ‘Stemmingmakerij! Dit klinkt niet als structureel, en al helemaal niet als femicide’ aldus een ander.  

Ik was er even stil van. Verdrietig zelfs. Want voor mij als overlevende van partnergeweld, komen zulke ‘nuanceringen’ keihard aan. Stemmingmakerij? Drie vrouwen in nog geen drie weken tijd vermoord door hun partner of ex. Niet structureel? Gemiddeld elke 10 dagen wordt er in Nederland een vrouw vermoord door haar partner of ex. Femicide dus. Maar zo lang media blijven spreken over ‘drama’s in de relationele sfeer’, ‘familiedrama’s’, ‘crime passionel’, ‘eerwraak’, en artikelen blijven schrijven over dat de daders altijd zulke aardige jongens waren, blijven we doen alsof het allemaal wel meevalt.

En meevallen, dat doet het dus niet. Want het probleem is nog veel groter. Dagelijks worden vrouwen en meisjes slachtoffer van fysiek, seksueel en psychisch geweld achter de voordeur, van intieme terreur, van stalking. En met het probleem bagatelliseren zijn zij echt niet geholpen.

Nederland ondertekende de Istanbul Conventie, het Europese verdrag tegen geweld tegen vrouwen. Toch doet Nederland op een aantal punten nog lang niet genoeg, zo constateerde de commissie die onderzoekt of het verdrag wel wordt nageleefd. Zo houdt het Nederlandse beleid nog veel te weinig rekening met genderverschillen. En net zoals genderverschillen onderdeel zijn van het probleem, is genderspecifiek beleid onderdeel van de oplossing. Ook is er dringend behoefte aan landelijke regie. Daarom pleit onder meer de Nederlandse Vrouwenraad voor een Nationaal Coördinator. De hoogste tijd, als je het mij vraagt. (Teken hier de petitie!)

Maar ook kleinere beetjes helpen. Claudia de Breij schreef onlangs een ijzersterke column, waarin ze opriep om, net zoals 113 bij berichten over zelfdoding, ook bij berichten over femicide en geweld tegen vrouwen standaard de nood-en hulpnummers op te nemen. Als Kamerlid heb ik dit idee al eens geopperd tijdens een mediadebat, de minister zegde toe erover in gesprek te gaan. Tot die tijd doen we het dus maar zo:

Ben jij of ken jij iemand die te maken heeft met fysiek, psychisch of seksueel geweld? Bij acute nood: bel 112. Voor hulp of advies: bel 0800-2000.

Meer lezen over femicide? Check bijvoorbeeld dit artikel van Oneworld.

En, misschien wel het allerbelangrijkste, laten we erover blijven praten, schrijven, tweeten, bloggen. Luid en duidelijk. Want genoeg is genoeg.

Lieve lezers,

11 May

De afgelopen vier jaar in de Tweede Kamer waren een bijzonder avontuur dat ik voor geen goud had willen missen. 

Eervol, leerzaam, en nooit saai. Maar ook intensief, heftig en vermoeiend. 

Hoe vermoeiend, dat merk ik nu pas. Zoals je pas voelt hoe hard je hebt gelopen als je de finish hebt bereikt. 

Daarom neem ik nu even gas terug. Even niet overal wat van vinden. Even niet altijd bereikbaar. Even niet bovenop het nieuws. 

Ruimte maken voor nieuwe avonturen. De woorden vinden voor een nieuw verhaal. 

Tot die tijd is het hier even wat stiller dan jullie misschien van me gewend zijn. Without change, no butterflies. 

Tot gauw! 

Liefs,

Kirsten 

Ik luister

24 Jan

Verkiezingscampagnes gaan vaak over wie het hardst kan roepen. Wie het meest in het nieuws is, wie de concurrentie het best kan aftroeven, wie het meest gevatte antwoord geeft in debatten. Ik heb mijzelf een ander doel gesteld deze campagne. Ik wil vooral luisteren.

De afgelopen vier jaar heb ik mij als Kamerlid met veel liefde verdiept in veel verschillende onderwerpen. Van kansengelijkheid in ons onderwijs tot de aanpak van ‘huiselijk’ geweld, van eerlijke handel tot LHBT-veiligheid. De berichten, mails, brieven en telefoontjes die ik over al die onderwerpen kreeg waren daarbij vaak van onschatbare waarde. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart leg ik mijn oor dan ook graag te luisteren bij (ervarings)deskundigen in het land: studenten, professionals, onderzoekers, mensen die uit eigen ervaring kunnen spreken. Op zoek naar de meest prangende problemen, en wat daar volgens jullie aan gedaan moet worden.

Zo sprak ik vandaag met een groep Syrische studenten. Vluchtelingen, zouden sommigen ze noemen. Afief, zelf ook ooit vluchteling, bedacht een beter woord om zichzelf te beschrijven: blijveling. Prachtig toch? Wat mij betreft verdient dat woord een plek in de Van Dale.

Blijvelingen dus, die sprak ik vandaag. Over de drempels die ze tegenkwamen toen ze aankwamen in Nederland. Over hoe ze graag zo snel mogelijk wilden beginnen met studeren, maar hoe moeilijk dat bleek in de praktijk. Doordat hun diploma hier niet geldig was, of doordat de juiste informatie ontbrak. “Ik voelde me een ontdekkingsreiziger, op weg zonder kaart”, zei één van hen.

Ze hadden inmiddels allemaal hun plek gevonden. Maar vaak was dat ondanks en niet dankzij het systeem dat hen zou moeten helpen. Enorm respect heb ik voor hun doorzettingsvermogen. Hun input helpt me om mijn werk als Kamerlid beter te doen. Zodat de volgende keer dat we in de Kamer in debat gaan over toegankelijk hoger onderwijs, ik de minister kritisch kan bevragen op haar inzet voor deze groep studenten, nu en in de toekomst.

Heb jij nou ook een onderwerp waarover je samen met andere (ervarings)deskundigen en mij in gesprek wil? Of ken jij mensen die ook ideeën hebben hoe het beter kan en mij graag iets zouden willen meegeven? Van harte welkom! Ik luister graag.

2020

19 Dec

Wat. Een. Jaar.

Een jaar van uitersten. Een jaar van verlies voor velen, en vette winst voor sommigen.

Van hollen naar stilstaan. Van dressed up naar locked down.

Waar Corona de hele wereld totaal op z’n kop zette. En waarin pijnlijk duidelijk werd waarom mensen in de zorg, maar ook leraren en supermarktmedewerkers, meer verdienen dan alleen applaus.

Het jaar van Black Lives Matter.  Van demonstreren, leren en vooral luisteren en stil zijn.

Het jaar van scholen dicht, weer open, en toch weer dicht. Van kinderen die ineens van de radar verdwenen. Van een docent die voor de ogen van haar klas mishandeld werd.  Het jaar van masker 19.

Het absolute politieke dieptepunt dit jaar, als je het mij vraagt? De schandalige Moria-deal. En zelfs die afspraken komt dit kabinet niet na. Op Lesbos zitten kwetsbare mensen nog steeds in de modder, zonder sanitaire voorzieningen, zonder medische hulp. Tussen de ratten. Een klein meisje werd verkracht. Drie jaar oud. Ik kan dit soort berichten niet met droge ogen lezen. Wat voel ik me op zo’n moment machteloos. Als Kamerlid. Als mens.

Gelukkig waren er ook momenten dat het wel lukte de wereld een beetje beter te maken.

Zo zetten we samen met D66 en GroenLinks een belangrijke stap op weg naar de uitbreiding van artikel 1 van de Grondwet met de discriminatiegronden handicap en seksuele gerichtheid. Ons voorstel werd door een ruime meerderheid van de Tweede Kamer aangenomen (alleen PVV, SGP, FVD en Van Haga stemden tegen).

Trots ben ik ook dat mijn voorstel werd aangenomen om scholen te verplichten niet alleen op papier maar ook in de praktijk te zorgen voor een veilige plek voor alle leerlingen, dus ook LHBTI+.

Ook mijn verzoek om in het schoolcurriculum aandacht te besteden aan slavernijverleden, migratiegeschiedenis, racisme en anti-semitisme kreeg gelukkig een meerderheid. Diepe buiging voor heldinnen Sohna, Veronika en Lakiesha, die er een petitie over startten.

Wat mij misschien wel het meest raakte dit jaar: dat er op mijn verzoek een onderzoek komt naar verlof voor slachtoffers van ‘huiselijk geweld’. Er komt enorm veel op je af, als je in zo’n situatie zit (weet ik helaas uit eigen ervaring). Daarom wil ik dat slachtoffers de tijd en ruimte krijgen om te regelen wat nodig is om je leven weer op te pakken. Dat we als samenleving tegen slachtoffers zeggen: je staat er niet alleen voor.

Toen Olcay me vroeg of ik mee wilde werken aan haar serie over huiselijk geweld aarzelde ik dan ook geen seconde. Zo belangrijk dat we hierover blijven spreken met elkaar. Niet wegkijken, maar onze mond open doen. Nog steeds krijg ik post van vrouwen die hetzelfde meemaakten, of nog in die ellende zitten. Het is de belangrijkste reden dat ik doe wat ik doe: in de Kamer die stem laten horen.

Ik hoop dat ik dat ook in 2021 mag blijven doen. Maar daarover later meer.

Voor nu: hele mooie feestdagen gewenst. Wees lief voor elkaar!

❤

Het meisje in het witte jurkje

26 Sep

Op 25 september 1945 kwam de Tweede Kamer voor het eerst weer bij elkaar, na vijf jaar bezetting. Met gemengde gevoelens: opgetogen, dat er eindelijk weer in vrijheid vergaderd kon worden. En tegelijkertijd bedroefd, want maar liefst een kwart van de toen nog 100 zetels bleef leeg. Zoals die van Alida de Jong; voormalig naaister, vakbondsvrouw, raadslid en tot de oorlog uitbrak Kamerlid namens de SDAP, de voorloper van de PvdA. Zij werd in juli 1943 vermoord in Sobibor.

Gisteren, precies 75 jaar nadat de Kamerleden die de oorlog hadden overleefd voor het eerst weer vergaderden, stonden we stil bij deze historische dag. In de Oude Zaal, dezelfde zaal als waar toenmalig Kamervoorzitter Van Schaik 75 jaar geleden de vergadering opende. Ik kreeg er kippenvel van.

Ter ere van die herdenking werd ook een fototentoonstelling onthuld, ‘De Tweede Wereldoorlog in 100 foto’s’, met bijzondere foto’s uit de oorlogsjaren en van rond de bevrijding. Eén foto sprong er meteen uit. Hij hangt levensgroot in de Statenpassage, de grote centrale hal van de Tweede Kamer. Een groep Joodse kinderen, gefotografeerd op Joods Nieuwjaar, bij de synagoge in Deventer. De stad waar ik geboren ben.

Op het bijschrift staat het gruwelijke verhaal achter de foto: dat alleen het meisje in het witte jurkje in het midden van de foto de oorlog had overleefd. Felice Polak was haar naam. Ze overleed vorig jaar op 86-jarige leeftijd, na een leven als docent en raadslid namens de VVD. Lees hier meer over haar bijzondere verhaal.

Alida.

Felice.

Laten we hun namen nooit vergeten.

🤍

Waarom ik door wil als Kamerlid

25 Jul

 

‘Dat verklaar en beloof ik’, zei ik precies 1221 dagen geleden tegen onze voorzitter Khadija Arib.

Vanaf die dag dook ik in het diepe en werd ik namens de Partij van de Arbeid lid van de Tweede Kamer. Een supertrots moment, om samen met acht collega’s de stem die onze kiezers ons hadden gegeven te mogen laten horen in Den Haag. En ook superspannend.

Het lijkt wel gisteren, de dag van mijn eerste debat in de plenaire zaal. Het was een debat over onderwijs, en ik had het over mijn oma die als boerendochter haar school nooit kon afmaken, en hoe bijzonder het was dat haar kleindochter hier nu als Kamerlid een pleidooi hield voor gelijke kansen.

Maiden speech

Gelijke kansen, daarover sprak ik vaak de afgelopen drie jaar. Als het ging om te lage schooladviezen voor kinderen met lager opgeleide ouders of (groot)ouders met een migratie-achtergrond bijvoorbeeld. Of over het lerarentekort, dat inmiddels door heel Nederland pijnlijk voelbaar is, maar extra hard aankomt op scholen met relatief meer leerlingen met risico’s op achterstanden. Ik schreef er een initiatiefnota over en bestookte onderwijsministers Slob en Van Engelshoven geregeld met Kamervragen en moties.

Maar ook op mijn andere portefeuilles (zo noemen we de onderwerpen waarover je als Kamerlid het woord voert), emancipatie, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, ging het vaak over gelijke kansen. Over de verantwoordelijkheid van multinationals voor werknemers in productielanden als China en Bangladesh bijvoorbeeld. Over de steeds verder krimpende ruimte voor NGO’s, vakbonden, en vrouwenrechtenactivisten. Of over de gelijke kansen van LHBTI’s, waar ook in Nederland nog een wereld te winnen valt.

Als Kamerlid in een -helaas- kleinere fractie kon ik vanaf dag 1 meteen vol aan de bak: vragen stellen tijdens het Vragenuur, ik diende moties in en amendementen, en mocht zelfs samen met topvrouwen Vera Bergkamp (D66) en Nevin Özütok (GroenLinks) twee keer plaatsnemen in ‘Vak K’, waar normaal de ministers zitten, om onze gezamenlijke initiatiefwet (over de gelijke behandeling van transgender en intersekse personen, en over het toevoegen van de discriminatiegronden ‘handicap’ en ‘seksuele gerichtheid’ aan Artikel 1 van de Grondwet) te verdedigen. Echt heel mooi om ons daar samen voor in te mogen zetten.

Maar de meeste indruk maakten niet de debatten, Kamervragen, of stemmingen (al blijft het natuurlijk best een bijzonder gevoel als een motie wordt aangenomen, zoals deze bijvoorbeeld😊). De meeste indruk maakten de gesprekken die ik had met de mensen die ik onderweg tegenkwam.

IMG_20200130_151038_901

Gesprekken met leraren, over hun gigantische werkdruk en hun zorgen over de toekomst van ons onderwijs. Met ouders, die soms al jaren worstelden met het vinden van passend onderwijs voor hun kind. Met leerlingen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs, die me vroegen om in debatten ook het VSO niet te vergeten. Gesprekken met vluchtelingen uit Congo en Soedan in een kamp in Oeganda, dat we bezochten tijdens een indrukwekkend werkbezoek aan Oost-Afrika. En vooral: de vele gesprekken met vrouwen in de vrouwenopvang, die me vertelden over hun pijn en hun dromen.

Want daarmee begon het allemaal voor mij, met een heel persoonlijke initiatiefnota over geweld achter de voordeur. Een onderwerp dat voor mij veel meer is dan alleen politiek: ik kan er helaas zelf als voormalig slachtoffer over meepraten. Best bloot voelde dat, jezelf zo kwetsbaar opstellen onder het oog van collega’s, pers en publiek. Maar ik ben blij dat ik zo een steentje heb kunnen bijdragen aan het bespreekbaar maken van dat hardnekkige taboe.

Het was één van de belangrijkste drijfveren voor mij om politiek actief te worden: een stem geven aan mensen die hun stem niet kunnen of mogen laten horen. En daarmee ben ik nog lang niet klaar. Daarom heb ik besloten om opnieuw te solliciteren naar deze eervolle functie. Want ik wil graag door met waar ik aan ben begonnen. Dóór met mijn wekelijkse vrijdagrondleidingen, die nu helaas wegens Corona even on hold staan, maar na de zomer wel weer digitaal van start gaan. Dóór met mij keihard inzetten voor een betere beloning voor leraren, en gelijke kansen in ons onderwijs. Dóór met onze aanpassing van Artikel 1 van de Grondwet. Dóór met wetgeving voor bedrijven, zodat ze eerlijk gaan produceren, met respect voor mens en milieu. Dóór met mijn strijd tegen seksisme, discriminatie en geweld.

En vooral: dóór met in gesprek gaan met mensen, om te luisteren naar hun zorgen en ideeën en hen een stem te geven in het hart van onze democratie.

Wil jij mij daarbij helpen?

Ben je lid van de PvdA en wil je mijn sollicitatie ondersteunen? Stuur dan voor 30 augustus een ondersteuningsverklaring naar debestekandidaten@pvda.nl (vanaf het mailadres dat gekoppeld is aan jouw lidmaatschap van de PvdA). Schrijf als onderwerp van deze mail ‘Kirsten van den Hul’, met het volgende bericht:

“Met dit bericht verklaar ik Kirsten van den Hul te ondersteunen in haar kandidatuur voor de lijst van de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021”.

Dank alvast! ❤

Wil je meedenken en meedoen als vrijwilliger in mijn campagneteam? Als je dat leuk lijkt, stuur mij dan een mail via kieskirsten@gmail.com.

Kan ik jou helpen?

Overweeg je zelf om je kandidaat te stellen voor de PvdA? Hier lees je hoe dat precies in zijn werk gaat. En als je nog twijfelt, of vragen hebt over het werk als Kamerlid: mail me, ik deel graag mijn ervaring.

IMG_20200308_154548_487 (1)

What we cannot imagine cannot come into being.

bell hooks

 

 

Wij horen bij elkaar

13 Jun

Nomen est omen, de naam is een voorteken. Dat gold zeker voor de familie Loving. En die liefde hadden ze nodig ook, want niet iedereen was even blij met hun verbintenis. Sterker nog, hun huwelijk was volgens de wet van de Amerikaanse staat waar ze woonden zelfs verboden.

LOVINGS

Want Mildred was zwart en Richard wit. En volgens de zogenaamde ‘Racial Integrity Act’ uit 1924 was trouwen als ‘mixed race’ koppel strafbaar in Virginia. Dus verhuisden de Lovings naar Washington DC, waar deze achterlijke wet niet gold, en trokken ten strijde tegen dit onrecht. Met succes, want op 12 juni 1967 gaf het Amerikaanse Hooggerechtshof hen gelijk, en verklaarde de wet ongrondwettelijk, waarmee in één klap een einde kwam vergelijkbare wetten in 16 staten.

En dus is 12 juni sindsdien Loving Day, een dag waarom mensen wereldwijd stilstaan bij ‘gemengde’ of interculturele relaties.

Mijn man en ik zijn ook wat men een ‘gemengd’ stel noemt. Dat is ook in Nederland anno 2020 voor sommige mensen nog even wennen. Zo komt het nog steeds voor dat winkelpersoneel er automatisch vanuit gaat dat wij niet bij elkaar horen, door bijvoorbeeld het beurtbalkje midden tussen onze boodschappen te leggen, of aan één van ons te vragen ‘wordt u al geholpen’ terwijl de ander net heeft besteld. Wij kijken elkaar dan aan en zeggen voor de zoveelste keer: ‘Wij horen bij elkaar’.

Maar er zijn meer dingen die opvallen. Zo gebeurt het mij zelden dat ik in de gaten word gehouden door winkelbeveiligers. Althans, als ik alleen ben. Met mijn man erbij daarentegen.. Hetzelfde bij controles op vliegvelden, op straat, in het openbaar vervoer.

Als witte partner van een persoon van kleur plaatst dit soort situaties je in een unieke positie. Je krijgt een kijkje in de wondere wereld van de hokjesdenkers, de stereotypen-fetisjisten, etnisch- profileren-adepten, racisten en andere uitsluiters. Ik krijg het er na al die jaren nog steeds koud van.

Maar met je afschuw uitspreken is de kous niet af. Want een witte partner zijn van een persoon van kleur, ontslaat je niet van de verantwoordelijkheid in de spiegel te kijken en je eigen vooroordelen, valkuilen en blinde vlekken te onderzoeken. Die hebben we immers allemaal. En dan ook vooral de volgende stap zetten. Want weten is één ding, maar wat kunnen we doen?

Hierbij alvast een paar interessante lees-, kijk- en luistertips:

Withuiswerk.nl

Do’s en don’t voor witte bondgenoten – One World door Sophie Duvekot

My white friends: now is the time for work – Washington Post door Brian Lowery

Tegen het amateurisme in het antiracisme – De Kanttekening door Kiza Magdane

En volg, lees, deel en steun vooral het belangrijke werk van The Black Archives, Wit aan Zet, Kick out Zwarte Piet en andere lokale en internationale organisaties die zich dag in dag uit inzetten voor een rechtvaardige wereld zonder racisme. Want #blacklivesmatter.

En vandaag? Vandaag brand ik een kaarsje voor Mildred en Richard Loving. En hef ik het glas op alle Mildreds en Richards. En zeg ik heel hard voor iedereen die het (niet) horen wil: wij horen bij elkaar!

Fuck haat. Leve de liefde.

 

 

Op deze plek schrijf ik over mijn kleine en grote avonturen als Kamerlid. Meer weten over mijn werk? Hier lees je er alles over! 

I can’t breathe

29 May

Sorry. Deze week geen vrolijke blog. Geen kijkje achter de schermen of gezellige foto’s.

Deze week werd de wereld voor de zoveelste keer geconfronteerd met de gruwelijke gevolgen van institutioneel racisme.

Screenshot_20200529-200354_Gallery

George Floyd.

Christian Cooper.

Twee verhalen met een heel andere uitkomst, maar met eenzelfde kiem.

Christian Cooper, een zwarte man, vogelliefhebber, wees een witte vrouw, die toevallig ook Cooper heette, Amy Cooper, erop dat haar hond niet was aangelijnd op een plek in Central Park waar dat verplicht was. In plaats van haar excuses aan te bieden en haar hond aan de riem te doen, pakte ze haar telefoon en belde de politie. ‘Deze zwarte man bedreigt mij en mijn hond!’ aldus een schreeuwende Amy Cooper. Christian Cooper filmde het voorval, en zo kon het gebeuren dat de wereld meekeek. En Amy Cooper inmiddels geen baan meer heeft.

Het had heel anders kunnen aflopen. Want wat als de politie er direct op af was gekomen? En Amy Cooper had geloofd, en met man en macht op Christian Cooper was gesprongen?

I can’t breathe’, riep George Floyd.

George Floyd overleed deze week in Minneapolis, nadat politie-agent Derek Chauvin (die overigens al veel vaker buiten z’n boekje was gegaan) hem minstens 7 minuten met zijn knie tegen de grond duwde.

Dezelfde politie, die inmiddels journalisten die verslag probeerden te doen van protesten tegen dit geweld zonder pardon arresteerde. Dezelfde politie die eerder Oscar Grant het leven kostte, en Sandra Bland, Eric Garner, Breonna Taylor.. de lijst is zo ongelofelijk lang.

Ik denk (en hoop) dat weinig mensen die deze blog lezen een Derek Chauvin kennen. Maar ik durf wel te stellen dat we allemaal een Amy Cooper kennen. Of op z’n minst allemaal een vriend(in), collega of familielid van een Amy Cooper kennen. Iemand die racistische ‘grapjes’ maakt. In stereotypen denkt. Mensen uitsluit.

Dus wat doen we? Is het niet de hoogste tijd dat we een serieus gesprek hebben over wat we kunnen en moeten doen om de Amy Coopers van deze wereld aan te spreken, en te confronteren met de gevolgen van hun gedrag? Is dit niet de vraag die we na een week als deze ons allemaal zouden moeten stellen: wat doen we als we racisme zien, horen of lezen?

Want dat dit soort drama’s dagelijks gebeurt (en echt niet alleen in de VS!) is geen incident, maar onderdeel van een systeem vol structurele ongelijkheid. Een systeem dat ervoor zorgt dat de belastingdienst jarenlang onderscheid maakte naar afkomst. Een systeem dat ervoor zorgt dat studenten met een migratie-achtergrond moeilijker een stageplek kunnen vinden. Dat je achternaam je kansen op de woningmarkt bepaalt. Dat je er altijd uit wordt gepikt bij de douane. Dat je een lager schooladvies krijgt.

Dingen die ik niet meemaak. Want ik ben wit.

“Systems are just collective stories we all buy into. When we change them, we write a better reality for us all to be a part of. I am asking us to use our power to choose.

Aldus de Amerikaanse schrijver, commentator en comedian Baratunde Thurston. Als je één video bekijkt deze week, laat het dan zijn indrukwekkende TED-talk zijn.

Let’s use our power to choose.

Ook geen water

22 May

nieuwe-maan-4

 

Mijn eerste Ramadan maakte ik mee in Tunesië. Het was een zonnige stoffige nazomer, en overdag was er bijna niemand op straat. Tot de tijd van de iftar aanbrak, en het vasten werd verbroken. Dan barstte het leven in één klap los, en kwamen de verstilde straten weer tot leven. De café’s zaten vol, de winkeltjes waren laat open, en waar ik ook kwam, werd ik uitgenodigd om te komen eten.

Bij die maaltijden stond dan steevast de televisie aan. De Ramadan is namelijk de tijd van de series, die speciaal voor dat doel worden opgenomen en even lang duren als de maand Ramadan, zodat er elke dag een aflevering is. Een fenomeen op zich, waar veel mensen het hele jaar reikhalzend naar uitkijken. (Check hier bijvoorbeeld de ‘totally bingeable’ Ramadan kijktips van Cosmopolitan Middle East.)

Een paar jaar later besloot ik het ook in Nederland een keer te proberen: een maand niet eten en drinken tussen zonsopkomst en zonsondergang. Niet uit religieuze overtuiging, maar uit solidariteit, en om heel bewust stil te staan bij de overvloed van alledag. Het bleek een bijzondere ervaring. Niet alleen fysiek – de eerste dagen loodzwaar, daarna met een speciaal soort focus – , maar ook sociaal. Het fijne gevoel om samen het vasten te verbreken. En telkens weer: ‘nee, ook geen water’, als mensen vragen over wat je dan precies allemaal niet mag 🙂

Dit jaar doe ik de laatste dagen van de Ramadan mee. Best pittig, nu de dagen lang zijn en de nachten kort. En dus wacht ook ik nu met spanning op nader bericht over de stand van de maan. Want zodra de nieuwe maan gespot is, is het Eid al Fitr, letterlijk: het feest van het verbreken van het vasten, oftewel het Suikerfeest, als moslims wereldwijd het einde van de Ramadan vieren.

En dat zal er dit jaar op de hele wereld heel anders uitzien dan normaal. Geen familiebezoek, geen lange tafels op straat, geen Eid-gebed in de moskee. In veel landen, zoals Marokko en Egypte, mag je door de lockdown-maatregelen zonder uitdrukkelijke toestemming zelfs helemaal je huis niet uit. Kortom: voor veel mensen geen gezellig Suikerfeest, dit jaar.

Iedereen die nu geliefden en familie moet missen op dit bijzondere moment, wens ik veel sterkte.

En voor iedereen die het viert: Eid mubarak, عيد مبارك, een gezegend Suikerfeest!

 

Op deze plek schrijf ik wekelijks over mijn kleine en grote avonturen als Kamerlid. Meer weten over mijn werk? Hier lees je er alles over! 

Te belangrijk om alleen aan mannen over te laten

15 May

Vrouwenkiesrecht

Vandaag precies honderd jaar geleden gebeurde er iets heel bijzonders. Elise Spauwen-Schrijnemakers bracht op zaterdag 15 mei 1920 als eerste vrouw in Nederland haar stem uit. Bij tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen in het Limburgse Gronsveld, om precies te zijn. Twee jaar later was de rest van het land pas aan de beurt: bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1922 konden dankzij de Wet Marchant ook vrouwen stemmen. In Nederland dan, want in de andere delen van het toenmalige Koninkrijk gebeurde dat pas schandalig veel later -in wat toen de Nederlandse Antillen heette pas in 1948, en in Suriname pas in 1963 (!!).

Het passief kiesrecht was al eerder uitgebreid: vanaf 1917 mochten zowel mannen als vrouwen gekozen worden. Dus zo kon het gebeuren dat in 1918 Suze Groeneweg, lerares en boegbeeld van de SDAP (de voorloper van de PvdA) als eerste vrouw door mannen werd gekozen in de Tweede Kamer. En dat kwam als zo’n verrassing dat er zelfs een damestoilet moest worden aangelegd, en haar (toen nog) 99 mannelijk collega’s maar nauwelijks hun mond konden houden tijdens haar maiden speech. (Meer lezen over het boeiende leven van Suze Groeneweg en de eerste vrouw in de Eerste Kamer, Carry Pothuis-Smit? Check dit onderzoek!)

Inmiddels zijn we een eeuw verder sinds Elise ons in Gronsveld voorging met haar allereerste stem. Zijn we er wat mee opgeschoten? Jazeker wel. Dankzij Corry Tendeloo (geef die vrouw een standbeeld!) kwam er in 1956 eindelijk een einde aan de handelingsonbekwaamheid van vrouwen (zo mochten vrouwen tot die tijd geen bankzaken regelen of verzekeringen afsluiten). Dankzij de jarenlange inspanningen van voorvechtsters als Joke Smit kwam het in 1994 eindelijk tot een Algemene Wet Gelijke Behandeling, die onder meer bepaalt dat discriminatie op basis van geslacht niet is toegestaan. En zo zijn er stapels andere kleine en grote (wets)wijzigingen die dankzij de inspanningen van vrouwelijke politici en activisten tot stand zijn gekomen.

Maar om nou te zeggen dat we er al zijn? Nou nee. Op dit moment zijn slechts 49 van de 150 zetels in de Kamer voor een vrouw. Nog nooit in onze parlementaire geschiedenis was er sprake van een echt evenredige vertegenwoordiging. Best bijzonder, in een zogenaamd representatieve democratie.

“Politiek is te belangrijk om aan mannen over te laten”, aldus onze eerste vrouwelijke vice-premier Els Borst. En gelijk had ze. Daarom hoefde ik geen seconde na te denken toen ik de oproep las van Stem op een vrouw. Zij riepen vrouwelijke politici op zich te melden als mentor. Om jonge vrouwen die dat ook ambiëren op weg te helpen, en ervaringen te delen. Dat doe ik natuurlijk met liefde. Inmiddels ben ik als mentor gekoppeld aan een aanstormend talent. Erg leuk én leerzaam om met haar te spreken over hoe je je weg vindt in de wondere wereld van ‘de politiek’. Tussen ‘ ‘, want DE politiek bestaat natuurlijk niet. De politiek, dat zijn wij. Dat ben jij!

Overweeg jij ook een politieke functie? Of twijfel je nog of dat wel iets is voor jou? Je mag me altijd mailen (k punt vdhul @ tweedekamer punt nl). En laten we vandaag allemaal even ons glas heffen op Elise Spauwen- Schrijnemakers uit Gronsveld. Want 100 jaar vrouwen die hun stem laten horen, dat kunnen we niet vaak genoeg vieren.

 

Op deze plek schrijf ik wekelijks over mijn kleine en grote avonturen als Kamerlid. Meer weten over mijn werk? Hier lees je er alles over! 

%d bloggers like this: